1. Release Notes 5.3.0
Datum van release: 21-6-2019
1.1 Nieuwe functies in eSignatures 5.3.0
Branding van het eSignatures-webportaal
De complete look-and-feel van het eSignatures-webportaal kan nu gerebrand worden.
In eerdere versies van eSignatures was het al mogelijk om de WYSIWYS tot op zekere hoogte op maat aan te passen, maar nu kan elk element van het hele webportaal aangepast worden. Dit betekent dat u een bepaalde branding kunt toepassen op het documentenportaal terwijl u een andere gebruikt voor de WYSIWYS.
Het rebranden van eSignatures gebeurt door thema's aan te maken in de Configuratie-index. Hiervoor is een nieuw gebruikerstype aangemaakt: de Klantbeheerder. Klantbeheerders hebben toegang tot de Thema-instellingen in de Configuratie-index, maar kunnen geen andere configuratie-instellingen wijzigen.
U kunt ervoor kiezen om eSignatures te rebranden op omgevingsniveau, waardoor het er hetzelfde uitziet voor alle gebruikers en ondertekenaars, maar u kunt ook per documentgroep een verschillende thema toepassen. Alle documenten die geüpload worden naar een bepaalde documentgroep, bijvoorbeeld voor Sales, hebben dan hun eigen WYSIWYS-look, terwijl andere die tot bijvoorbeeld de HR-documenten behoren een andere look hebben. U kunt een specifiek thema toepassen op pakketniveau: voor elk pakket dat initiators uploaden, kunnen ze een keuze maken uit een aantal thema's die ze willen toepassen.
Het rebranden van eSignatures wordt in detail uitgelegd in Connective - eSignatures 5.3.0 - Brandingdocumentatie - Limited Public.
Belangrijk: Om ervoor te zorgen dat de brandingfunctie correct werkt, moeten de beheerders de eSigner Maintenance Tool uitvoeren. Zie Connective - eSignatures 5.3.0 - Installatiedocumentatie – Limited Public voor meer informatie.
QuickSigning van pakketten met juridische verklaringen
In eSignatures 5.3 kunt u een pakket QuickSignen, zelfs als het juridische verklaringen bevat. Wij wijzen u er echter op dat de juridische verklaringen binnen een pakket identiek moeten zijn per ondertekenaar. QuickSigning is niet mogelijk als de ondertekenaar een bepaalde juridische verklaring moet invoegen in het ene document en een andere in een ander document binnen het pakket.
Als de instelling IsQuickSignForLegalNoticeWithTagsEnabled onder Signing Options Settings ingeschakeld is in de Configuratie-index, dan kunnen juridische verklaringen zelfs een variabel veld (tussen tags) bevatten dat de ondertekenaars manueel moeten invullen. De waarde tussen de tags moet echter identiek zijn per ondertekenaar om QuickSigning te laten werken.
In eerdere versies van eSignatures moest elk ondertekenveld in een pakket altijd individueel ondertekend worden zodra het pakket één juridische verklaring bevatte.
Voorwaarden
Voor QuickSigning gelden een aantal voorwaarden:
- Als er meerdere ondertekenmethoden geselecteerd zijn waaruit de ondertekenaar kan kiezen, dan moet dezelfde gekozen ondertekenmethode aangeboden worden aan die ondertekenaar bij elk document van het pakket. Het is niet mogelijk een pakket te QuickSignen als de ondertekenaar bij het ene document kan kiezen uit een bepaalde set ondertekenmethoden en bij een ander document uit een andere set.
- De volgende twee ondertekenmethoden kunt u niet combineren met QuickSign: manueel + met eID ondertekenen en biometrisch ondertekenen. Als een van deze ondertekenmethoden geselecteerd werd, moet u elk veld in het pakket afzonderlijk ondertekenen.
- Om met eID te ondertekenen, hebt u een transparante eID-kaartlezer nodig, dat wil zeggen zonder pinpad. Als de ondertekenaar een eID-kaartlezer met pinpad gebruikt, wordt gevraagd elk veld afzonderlijk te ondertekenen.
- Als het pakket juridische verklaringen bevat, dan moet hun inhoud identiek zijn per ondertekenaar, zoals eerder vermeld.
Downloaden van niet-ondertekende documenten vanaf de WYSIWYS
U kunt nu niet-ondertekende documenten downloaden vanaf de WYSIWYS. U kunt deze dan openen in een PDF-viewer om ze gemakkelijker te kunnen lezen of afdrukken en op papier lezen indien nodig alvorens te ondertekenen.
Of het downloadpictogram wel of niet beschikbaar is in de WYSIWYS is afhankelijk van of de betreffende optie ingeschakeld is in de Configuratie-index en of de initiator de optie inschakelt bij het uploaden van het document.
Gebruik van voorkeurtalen doorheen eSignatures
In eerdere versies van eSignatures konden beheerders de standaardomgevingstaal reeds configureren.
In eSignatures 5.3 kunnen de beheerders nog steeds een standaardtaal toepassen op omgevingsniveau, maar als ze een nieuwe gebruiker aanmaken, kunnen ze voor die gebruiker een voorkeurtaal selecteren die een andere taal is dan de standaardomgevingstaal. Dit geldt ook voor gebruikers die zelfregistreren voor een eSignatures-account.
De voorkeurtaal wordt doorheen heel eSignatures toegepast:
- De e-mail die de gebruiker ontvangt voor het activeren van zijn account is opgesteld in de voorkeurtaal.
- Als de gebruiker een nieuw contact aanmaakt, is de standaardtaal van het contact dezelfde als die van de gebruiker.
- Als de gebruiker een pakket uploadt, wordt dezelfde voorkeurtaal gebruikt.
- De e-mail die ondertekenaars ontvangen is opgesteld in de voorkeurtaal.
Wij wijzen u er echter op dat de voorkeurtaal nog gewijzigd kan worden op contact- en pakketniveau.
Wij wijzen u er ook op dat wanneer een gebruiker een nieuwe gebruiker aanmaakt in het gedeelte Gebruikersbeheer en wanneer een gebruiker zelfregistreert voor een eSignatures-account, de standaardtaal voor die nieuwe gebruiker de taal is die geconfigureerd is op omgevingsniveau.
Unieke identifiers voor gemandateerd ondertekenen
Als u wilt dat een contact eID of BeLawyer kan gebruiken voor gemandateerd ondertekenen op basis van matchid, dan moet u een Unieke identifier toevoegen voor de voornoemde ondertekentypes bij het aanmaken van het contact.
De unieke identifier wordt gebruikt om te bepalen wie precies gemandateerd is om te ondertekenen tijdens een bepaalde sessie op basis van hun:
- Rijksregisternummer voor ondertekenen met eID
- LawyerID voor ondertekenen met BeLawyer
Wij wijzen u erop dat de beheerder de instelling MandatedSignerType moet instellen op matchid in de Configuratie-index om ervoor te zorgen dat dit gemandateerde ondertekentype werkt.
Gemandateerd ondertekenen gecombineerd met iDIN
Gemandateerd ondertekenen op basis van naam en geboortedatum kan nu gecombineerd worden met ondertekenen via iDIN.
Extra informatie in het venster voor selecteren van ondertekenmethoden
In het venster voor het selecteren van ondertekenmethoden, ziet de gebruiker nu welke ondertekenmethoden (indien van toepassing) onjuist geconfigureerd of onvolledig zijn en daardoor niet beschikbaar zijn. Als u de muis boven het ondertekentype beweegt, licht een tooltip toe welke elementen ontbreken. Voorbeeld: SMS OTP is onbeschikbaar als in de gegevens van het contact geen telefoonnummer staat. Gemandateerd ondertekenen met BeLawyer is onbeschikbaar als in de gegevens van het contact geen geboortedatum of unieke identifier staat.
In eerdere versies van eSignatures werd een ondertekentype dat niet correct geconfigureerd was helemaal niet weergegeven in het venster voor het selecteren van ondertekenmethoden.
Extra informatie in documentenportaal: beschikbare ondertekenmethoden en gebruikte ondertekenmethode
Bij het controleren van de details van een document in het documentenportaal, kunnen gebruikers nu zien welke ondertekenmethoden aangeboden werden aan de ondertekenaars en welke ondertekenmethode de ondertekenaars vervolgens gebruikt hebben.
De ondertekenmethoden waaruit een ondertekenaar kan of kon kiezen, zijn grijs gemarkeerd. De ondertekenmethode die de ondertekenaar gebruikt heeft, is groen gemarkeerd.
Extra informatie in Status ophalen-aanroep (Get status call): Gebruikt ondertekentype (SigningTypeUsed)
Net als de webportaalgebruikers, kunnen API-gebruikers nu ook zien welk ondertekentype een ondertekenaar gebruikt heeft. Hiervoor is een extra antwoordparameter toegevoegd in de Status ophalen-aanroep: SignatureTypeUsed (Gebruikt ondertekentype). Als er geen ondertekentype gebruikt is (met andere woorden: als het document nog niet ondertekend is), dan retourneert deze parameter “null”.
Nieuwe API-aanroep: Pakketidentiteit ophalen (Get Package Identity)
API-gebruikers kunnen nu de identiteitsgegevens ophalen van alle iDIN-actoren van een volledig ondertekend pakket en de bijbehorende documenten. De identiteitsgegevens worden geretourneerd door iDIN zelf en worden opgehaald via de eSignatures API.
Wij wijzen u er echter op dat er pas identiteitsgegevens zijn om opgehaald te worden als het pakket de status ‘Volledig ondertekend’ heeft.
Nieuwe API-aanroep: Thema's ophalen (Get Themes)
API-gebruikers kunnen nu de lijst met thema's die aangemaakt zijn in de Configuratie-index met hun themacode ophalen.
De themacode kan ingevoerd worden als aanvraagparameter bij het aanmaken van pakketten en instantpakketten. De pakketten in kwestie hebben dan het aangevraagde thema.
Afzonderlijk activeren van cloudaccounts
eSignatures ondersteunde reeds het uploaden van documenten vanaf Dropbox, Google Drive en OneDrive. In eSignatures 5.3 kunnen de beheerders nu kiezen welk cloudaccount ze willen inschakelen. Elk cloudaccount kan afzonderlijk ingeschakeld of uitgeschakeld worden per omgeving.
Wij wijzen u erop dat deze functie ondersteund wordt op omgevingsniveau. De functie wordt momenteel niet ondersteund om toegepast te worden op gebruikersniveau.
Afzonderlijk activeren van de Gebruiksvoorwaarden, het Privacybeleid en het Cookiebeleid
Beheerders kunnen nu kiezen welk beleid ze willen inschakelen of uitschakelen. De Gebruiksvoorwaarden, het Privacybeleid en het Cookiebeleid kunnen allemaal afzonderlijk ingeschakeld of uitgeschakeld worden per omgeving. In eerdere versies van eSignatures moesten ze alle drie samen of ingeschakeld of uitgeschakeld worden.
1.2 Verbeteringen
Geoptimaliseerde documentverwerking
De documentverwerking is op verschillende manieren geoptimaliseerd.
Asynchrone prerendering
Documenten worden nu asynchroon geprerendered. Tegen de tijd dat de gebruiker het pakket moet ondertekenen, is de rendering al gebeurd, wat resulteert in een snellere ondertekentijd aangezien de gebruiker niet meer hoeft te wachten tot het document geladen is. Een bijkomend voordeel is dat de rendering van documenten slechts één keer gebeurt: als het document gerenderd is voor de eerste ondertekenaar, dan hoeft het niet opnieuw gerenderd te worden voor de volgende ondertekenaars.
Geen prerendering bij servermatige ondertekening
Bij servermatige ondertekening van pakketten wordt helemaal geen rendering uitgevoerd aangezien geen actie van de gebruiker vereist is.
Meerdere wachtrijen in de Worker
De verschillende Workerprocessen worden nu uitgevoerd door een specifieke wachtrij in plaats van één wachtrij. Bijvoorbeeld, CommandQueue zorgt voor het ondertekenen, CommandQueue2 voert de prerendering uit en CommandQueue3 wijzigt de status. Aangezien de taken nu op basis van ‘first in, first out’ gebeuren, hoeven de gebruikers niet meer te wachten tot alle processen klaar zijn om de statuswijziging te zien.
Wij wijzen u erop dat de beheerders naar wens extra CommandQueues kunnen toevoegen. Wij wijzen u er ook op dat elke CommandQueue zijn eigen poison-wachtrij heeft. Let op: De Poison-wachtrij wissen-aanroep wist alle poison-wachtrijen. Momenteel wordt het wissen van één of meerdere specifieke wachtrijen niet ondersteund.
Controlebewijsbestanden niet langer opgeslagen in de database
In eerdere versies van eSignatures had de functie Controlebewijzen ingrijpende gevolgen voor de database van eSignatures. Vanaf eSignatures 5.3 worden de Controlebewijsbestanden opgeslagen op de opslagschijf van de server die de gegevens host. Hierdoor wordt de belasting op de database verlaagd, maar wordt de belasting op de opslagschijf uiteraard verhoogd.
De Controlebewijzen worden verwijderd van de opslagschijf als het bijbehorende pakket verwijderd is via de API-aanroep of via het webportaal.
Standaardvertalingen niet langer opgeslagen in de database
De standaardback-endberichten en de bijbehorende vertalingen – die gebruikt worden in handtekeningteksten, e-mailberichten enz. – worden niet langer opgeslagen in de Vertalingstabellen van de database maar worden verwerkt door de eSignatures-applicatie zelf.
Als klanten op maat aangepaste berichten willen gebruiken in plaats van de standaardberichten, dan kunnen ze deze invoeren in de Vertalingstabel en zullen deze de standaardvertalingen overschrijven.
Let op: On-premise klanten die reeds op maat aangepaste berichten gebruiken, moeten een back-up van hun bestaande Vertalingstabel maken (aangezien de Vertalingstabel van eSignatures 5.3 leeg zal zijn) en deze opnieuw uitvoeren na het upgraden. Zie Connective - eSignatures 5.3.0 - Installatiedocumentatie voor meer informatie.
Miniaturen niet langer opgeslagen in de database
De miniaturen die u ziet als u door de documenten van een pakket scrolt worden niet langer opgeslagen in de database maar worden opgeslagen in het opslagaccount voor prestatiedoeleinden.
Let op: Bij het upgraden van een eerdere versie van eSignatures, moeten de beheerders de eSigner Maintenance Tool uitvoeren om de miniaturen correct te kunnen renderen in eSignatures 5.3. Zie Connective - eSignatures 5.3.0 - Installatiedocumentatie – Limited Public voor meer informatie.
Verbeterde overdracht naar itsme-integratielaag
Bij het verzenden van pakketten en documenten naar de itsme-integratielaag, wordt het itsme-veld Omschrijving nu gevuld met de DocumentName (Documentnaam) als het pakket één document bevat en met de PackageName (Pakketnaam) als het pakket meer dan één document bevat.
In eerdere versies van eSignatures werd het veld Omschrijving gevuld door de waarden die de eSignatures-beheerder als vrijetekstvelden geconfigureerd had in de Configuratie-index.
Verbeterde Instantpakket-aanroep
Bij een Instantpakket aanmaken-aanroep terwijl Controlebewijzen ingeschakeld is, wordt nu standaard de Locatie-ID (die nodig is om een Extra bewijs posten-aanroep te doen) geretourneerd. De Ondertekenlocaties ophalen-aanroep hoeft zo niet langer gebruikt te worden om de Locatie-ID van instantpakketten te verkrijgen.
1.3 Opgeloste problemen
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-5612 | / | OpenID Connect-vertalingen worden momenteel niet correct geladen. |
CEP-5972 | / | Het migreren van thema's die aangemaakt zijn in eerdere versies van eSignatures werkt niet correct. |
CEP-5578 | / | Het Connective-logo is soms te zien als de WYSIWYS geladen is, zelfs als het logo gewijzigd is. |
CEP-5370 | / | Momenteel wordt het gebruik van templates gecombineerd met gemandateerd ondertekenen op basis van matchid niet ondersteund. |
CEP-6140 | / | Klantbeheerders hadden niet de juiste machtigingen om Thema's te wijzigen in de Configuratie-index. |
CEP-6116 | / | De Pakketidentiteit ophalen-aanroep om iDIN-gegevens op te halen is nu volledig functioneel. |
CEP-6112 | / | De standaardwaarde van de CombineLegalNoticeAndSigningPolicy-instelling in de Configuratie-index is correct ingesteld op ‘true’. |
CEP-6111 | / | Probleem met ondertekenen via iDIN met gemandateerd ondertekenen uitgeschakeld in de Configuratie-index is opgelost. |
CEP-6110 | / | De API-parameter DownloadUnsignedFile heet nu correct DownloadUnsignedFiles. |
CEP-6103 | / | Het opnieuw gebruiken van de Download-URL nadat u een niet-ondertekend pakket heeft gedownload vanaf de WYSIWYS werkt nu zoals bedoeld. |
CEP-6102 | / | Bij het downloaden van een niet-ondertekend document vanaf de WYSIWYS, wordt het document correct gedownload en wordt u nu ook correct omgeleid. |
CEP-6100 | / | Het probleem met de Niet-ondertekend document downloaden-knop is opgelost. |
CEP-6098 | / | Het probleem met de ‘Beschadigd document’-upload is opgelost. |
CEP-6097 | / | Het aanmaken van keypairs in de Configuratie-index werkte niet. |
CEP-6096 | / | De Cookiebeleid-fout die een schone installatie van eSignatures 5.3 Build: 5.3.19136.01 verhinderde is opgelost. |
CEP-6094 | / | Het wijzigen van de vertalingen in de database werkte niet meer. |
CEP-6015 | / | Contacten die enkele eSignatures-versies geleden aangemaakt zijn, kunnen niet ondertekenen met SMS OTP, zelfs als hun telefoonnummer correct ingevuld is. Dit komt door het veld PhoneNumberCountry dat niet bestond in eerdere versies en daardoor niet ingevuld is voor deze contacten. |
CEP-5980 | / | Ondertekenaarmodaal werd niet altijd correct geladen. |
CEP-5979 | / | Bij gebruik van een DSS zonder tenant-ID, werd het DSS-tabblad in de Configuratie-index niet goed geladen. |
CEP-5961 | / | Het aanmaken van een contact tijdens de uploadflow maakt niet langer meerdere ondertekenaars aan in plaats van één wanneer deze meerdere velden moet ondertekenen. |
CEP-5960 | / | De serverondertekenantwoordwijziging ten opzichte van API v2 is nu geïmplementeerd. |
CEP-5959 | / | De Download-URL vanaf een v2-pakketstatusaanroep retourneert nu de juiste .zip-naam. |
CEP-5952 | / | Problemen bij het aanmaken van gebruikers in het Gebruikersbeheer zijn opgelost. |
CEP-5950 | / | Ondertekenen via iDIN werkte niet meer. |
CEP-5939 | / | Het probleem met het laden van DSS TrustStoreAlias is opgelost. |
CEP-5916 | / | Verkeerde foutmelding als u eID en BeLawyer selecteert en MandatedSignerType ingesteld is op matchid is opgelost. |
CEP-5913 | / | Pakketdetails worden nu correct weergegeven in de documentgroep. |
CEP-5912 | / | Fout bij F2F ondertekenen is opgelost. |
CEP-5909 | / | Bij QuickSigning van een pakket dat een juridische verklaring en meer dan 2 ondertekenvelden met eID bevat, wordt de vergrendelaanroep nu correct geactiveerd voor u begint met invullen. |
CEP-5905 | / | De parameter SigningTypeUsed (Gebruikt ondertekentype) in de Status ophalen-aanroep retourneert nu correct alle voor een actor gebruikte ondertekentypes. |
CEP-5807 | / | XML-handtekening bevat verkeerd MIME-mediatype. |
CEP-5700 | / | Bij ondertekenen met ManualBeid en gebruik van de Status ophalen-aanroep, retourneert de parameter "SigningTypeUsed" "ManualDigital” in plaats van "ManualBeid". |
CEP-5698 | / | Het probleem met DocumentSigners-tabel met nvarchar(MAX)-type is opgelost. |
CEP-5685 | / | Bij het toevoegen van een nieuw contact in het overzichtsscherm wordt Contact aanmaken-modaal nu correct afgesloten (Firefox). |
CEP-5680 | / | Pakket ophalen-status gaf niet de juiste tijdstempel. |
CEP-5678 | / | Bij ondertekenen met iDIN is het transactienummer nu aanwezig in de handtekening. |
CEP-5656 | / | Verwijderen van Worker kon niet gedaan worden zonder opnieuw opstarten van de server. |
CEP-5603 | / | Zeer lange ondertekennamen vallen nu niet meer buiten bereik. |
CEP-5656 | / | Verwijderen van Worker kon niet gedaan worden zonder opnieuw opstarten van de server. |
CEP-5603 | / | Zeer lange ondertekennamen vallen nu niet meer buiten bereik. |
CEP-5596 | / | Ondertekenen van een document na upgraden leidt niet meer tot fouten in de Worker-logboeken. |
CEP-5591 | / | Probleem met selecteren van ondertekenaar bij weigeren van F2F is opgelost. |
CEP-5400 | / | Probleem met asynchroon ondertekenen waarbij men nog steeds een document kon weigeren nadat het ondertekend was en het modaal afgesloten was is opgelost. |
CEP-5399 | / | Probleem met pakketnaamgeving tijdens uploaden is opgelost. |
CEP-5398 | / | Probleem met plaatsen van ondertekenvelden en selecteren van ondertekenmethode met iDIN is opgelost. |
CEP-5373 | / | Probleem met touchscreen is opgelost. |
CEP-5275 | 29067 | Probleem met herinneren is opgelost. |
CEP-4765 | / | Bij complex ondertekenen met itsme, werd een juridische verklaringsfout weergegeven zelfs als er geen juridische verklaring gebruikt was. |
CEP-4977 | / | Bij downloaden van PDF’s in Safari in Mac OS, kregen de PDF’s de extensie .dms in plaats van .pdf. |
1.4 Bekende problemen
eSignatures 5.3.0
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-5972 | / | Het migreren van thema's die aangemaakt zijn in eerdere versies van eSignatures werkt niet correct. |
CEP-5944 | / | Itsme-scrollen is niet zo vloeiend als verwacht in Safari op iPhone. |
CEP-5612 | / | OpenID Connect-vertalingen worden momenteel niet correct geladen. |
CEP-5578 | / | Het Connective-logo is soms te zien als de WYSIWYS geladen is, zelfs als het logo gewijzigd is. |
CEP-5370 | / | Momenteel wordt het gebruik van templates gecombineerd met gemandateerd ondertekenen op basis van matchid niet ondersteund. |
eSignatures 5.2.7
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-5982 | 30119 | Problemen bij WYSIWYS-scrollen/-zoomen op mobiele apparaten |
eSignatures 5.2.5
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-5676 | / | Een herroepen pakket met de status ‘In behandeling’ kan niet worden verwijderd. |
eSignatures 5.2.4
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-5564 | / | Als een pakket zowel asynchrone als synchrone ondertekenmethode bevat en het asynchroon ondertekenen mislukt, kan de ondertekensessie niet worden hersteld. |
CEP-5605 | / | Bij F2F ondertekenen en meerdere ondertekenaars, kan alleen de eerste ondertekenaar ondertekenen. Wanneer niet F2F ondertekend wordt, kan een ondertekenaar alleen het eerste ondertekenveld ondertekenen. |
eSignatures 5.2.0
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-5370 | / | Wanneer u in de Configuratie-index de parameter MandatedSigningType op matchid instelt om te ondertekenen via eID, is het momenteel niet mogelijk templates te uploaden. |
CEP-4396 | / | Rebrandingverbeteringen |
CEP-4817 | / | Weergavefouten bij complex ondertekenen in Safari en Chrome |
eSignatures 5.1.1
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-4719 | / | De sessie heeft momenteel een absolute time-out. Gebruikers worden uitgelogd, zelfs wanneer ze actief zijn geweest. |
Oudere bekende problemen
Jira-code | Probleemcode | Beschrijving |
---|---|---|
CEP-3467 | / | Het veld eID met naam+geboortedatum-validatie is niet combineerbaar met het veld BeLawyer (ongeacht validatie). |
RFC-520 | / | Wanneer een pakket meerdere documenten bevat die door een andere gebruiker ondertekend moeten worden en gebruiker A weigert de aan hem toegewezen documenten terwijl gebruiker B die aanvaardt, zijn de weigeringsdetails voor de gebruiker die de documenten aanvaard heeft niet zichtbaar op pakketniveau, noch op documentniveau. De weigeringsdetails zijn alleen zichtbaar op documentniveau voor de gebruiker die de documenten geweigerd heeft. Deze details worden aangevuld in een toekomstige versie van eSignatures. |
/ | / | In de Duitse versie van Chrome kunnen fouten ontstaan tijdens het ondertekenen. |
1.5 Bekende beperkingen
Algemeen
- De grootte van een pakket is beperkt tot 150 MB.
- De grootte van één document in een pakket is beperkt tot 30 MB.
- Een pakket kan maximaal 15 documenten bevatten.
- Een .xml bestand mag niet meer dan 2 miljoen tekens bevatten. Een pakket mag niet meer dan 15 .xml-bestanden bevatten.
- Grote bestanden kunnen de ondertekenprestaties beïnvloeden afhankelijk van de internetverbinding van de gebruiker.
- Documenten waarvan de fysieke afmetingen groter zijn dan 3,99 m bij 3,99 m worden niet ondersteund.
- Het uploaden van PDF/A documenten is alleen toegestaan indien het formaat PDF/A_2A of PDF/A_1A is.
- Bij het uploaden van PDF-documenten die al handtekeningvelden bevatten – aangemaakt met een PDF-programma zoals Adobe Acrobat Pro DC – moet u ervoor zorgen dat de namen van handtekeningvelden alleen letters en cijfers of een combinatie daarvan bevatten. Speciale tekens, zoals accenttekens, slashes, punten enz. worden niet ondersteund en mogen niet gebruikt worden. Dezelfde beperkingen zijn van toepassing wanneer u PDF-documenten met tekstvelden uploadt.
- Het toevoegen van meerdere initiators in één pakket wordt niet ondersteund.
- Het combineren van eID en BeLawyer als gekozen ondertekenmethode wordt niet altijd ondersteund: wanneer MandatedSigningType in de configuratie-index ingesteld is op nameandbirthdate, zijn deze twee ondertekenmethoden niet combineerbaar.
- Pakketten kunnen momenteel niet tegelijk XML- en PDF-documenten bevatten waarop handtekeningen geplaatst worden. Het pakkettype wordt bepaald door het document dat het eerst geüpload werd.
- De standaardgroepen "beheerders en standaardgebruikersgroep" kunnen niet als ondertekenaar in templates gebruikt worden.
- Het invoegen van een tabteken vóór een tekstmarkering in Word wordt niet ondersteund. In plaats van tabtekens moet u tabellen, kolommen of tekstvakken gebruiken. Als u toch tabtekens wilt gebruiken, moet u het Word-document in PDF converteren voordat u dit uploadt.
- Bij gebruik van Safari wordt u na het upgraden van een oudere versie gevraagd de browser af te sluiten. Wanneer u de browser opnieuw start en de vorige tabbladen worden niet automatisch geopend, mag u de oorspronkelijke koppeling naar de ondertekenpagina niet opnieuw gebruiken. In plaats daarvan moet u gaan naar het menu Geschiedenis > Open alle vensters van laatste sessie.
- Native ontwerpapplicaties voor DTP, CAD enz. kunnen zeer complexe documenten genereren (met een groot aantal elementen, vectoren, afbeeldingen enz.). Dit weerhoudt de applicatie ervan het document binnen een redelijke tijdsduur voor te bereiden. Bijgevolg kunt u deze bestanden niet aan de ondertekenomgeving toevoegen (noch via de API, noch in het documentenportaal) omdat een time-out kan optreden. U kunt niet op voorhand weten of een complex document al dan niet een time-out zal veroorzaken omdat dit van een te groot aantal factoren afhangt. De applicaties die dergelijke PDF's genereren, hebben doorgaans een instelling om een PDF aan te maken voor online gebruik. Wij raden u ten zeerste aan deze instelling te gebruiken om het document minder complex te maken voordat u dit uploadt.
Ondertekenen via itsme®
- Wanneer u itsme als ondertekenmethode gebruikt, moet het doeltype van uw documenten PDF/A-1 of PDF/A-2 zijn. De beheerder dient ervoor te zorgen dat deze uitvoerformaten beschikbaar zijn in de eSignatures-oplossing van de gebruiker. De gebruiker dient het juiste uitvoerformaat te selecteren. Connective controleert niet of het juiste uitvoerformaat geselecteerd werd voor gebruik met itsme®.
- Wanneer u met itsme ondertekent in pakketten via het webportaal, moet elk document in het pakket afzonderlijk ondertekend worden.
- Ondertekenen via itsme wordt momenteel niet ondersteund in macOS Mojave v10.14 gecombineerd met Safari v12.0.
Controlebewijzen
- De functie Controlebewijzen heeft ingrijpende gevolgen voor de opslagschijf (bibliotheek) waarop de gegevens gehost zullen worden. Hoe groter de documenten, hoe meer ruimte gebruikt wordt. De ingenomen ruimte neemt exponentieel toe met de grootte van de documenten.
- De functie Controlebewijzen beïnvloedt ook de ondertekensnelheid van eSignatures. Hoe groter de documenten, hoe langer het ondertekenen duurt. Kleine documenten (< 1 MB) hebben kennelijk geen invloed op de ondertekensnelheid.
Migratie van API v2 naar v3
Compatibiliteitsmodus
Als klanten geen upgrade naar API v3 kunnen uitvoeren omdat ze eenmalige URL's of toegangstokens niet ondersteunen, kunnen ze de compatibiliteitsmodus gebruiken in combinatie met versie 2 van de API. De compatibiliteitsmodus is een overgangsmaatregel om ondersteuning te bieden aan "oude" URL's zodat u onafgewerkte documenten kunt voltooien. Denk erom dat deze functie afgeschaft wordt en niet langer aanwezig zal zijn in versie 4 van de API.
De volgende beperkingen zijn van toepassing:
- Als de compatibiliteitsmodus in een omgeving uitgeschakeld is en u wilt die op een later tijdstip inschakelen, heeft dit tot gevolg dat de API-workflows die u aangemaakt hebt terwijl de compatibiliteitsmodus uitgeschakeld was niet langer werken.
- Wanneer de compatibiliteitsmodus uitgeschakeld is, kunt u de uit API v2 opgehaalde download-URL's slechts één keer gebruiken. Stuur deze URL's niet direct naar een eindgebruiker in een e-mail, want als de URL nogmaals wordt geopend, wordt een gebruikersonvriendelijke foutmelding weergegeven.
Om dit te vermijden, kunnen klanten het volgende doen:
- Een URL naar de applicatie van de eindgebruiker mailen zodat die altijd omgeleid wordt naar de meest recente download-URL die direct daarvoor opgehaald werd uit API v2.
- ?fromEmail=true toevoegen aan de uit API v2 opgehaalde URL zodat wij een foutscherm kunnen weergeven waarin de eindgebruiker gevraagd wordt zijn e-mailadres in te voeren. Als dit e-mailadres overeenstemt met een ondertekenaar of ontvanger en het pakket/document bestaat, ontvangen ze een e-mail van Connective met een nieuwe URL die wel werkt.
2. Informatie over upgrades
Klanten die ondertekenen met fysieke tokens (eID, biometrisch via Wacom enz.), moeten de Connective Browser Package upgraden naar versie 2.0.6. De gebruiker moet automatisch gevraagd worden een upgrade uit te voeren wanneer hij probeert een document te ondertekenen.
In Connective - eSignatures 5.3.0 - Installatiedocumentatie wordt uitgelegd hoe gebruikers die nog werken met een oudere versie van eSignatures dan 5.3.0 kunnen upgraden naar versie 5.3.0.